Ik heb in mijn leven al voor heel wat vuurtjes gestaan.
Iedere keer heb ik mijn rug gerecht en ben ik doorgegaan.
Iedere keer dacht ik: er zijn ergere dingen in het leven.
Tot het plots niet meer ging.
Elke impact op mijn leven was als een steen in mijn rugzak — soms klein, soms wat groter. En stilaan werd die rugzak te zwaar. In juli ben ik gezwicht onder het gewicht. Ik heb toen iets gedaan wat ik eigenlijk niet graag doe: hulp vragen.
Mijn lichaam gaf het op
Had ik het kunnen herkennen? Misschien wel.
Mijn lichaam ging stilaan in shutdownmodus.
De ‘afvalrace’ was al begonnen vlak na het overlijden van Kevin. Tal van onderzoeken volgden — echo’s, scans, bloedonderzoek — allemaal met hetzelfde resultaat: “je bent gezond.”
Maar toen ik eind juni nog maar 48 kilo woog, wist ik diep vanbinnen dat dat niet klopte. Gezond? Verre van.
Ik sliep slecht, kon me moeilijk concentreren, vergat dingen. Mijn menstruatie bleef uit (wat ik stiekem eerst toejuichte — en nee, ik was niet zwanger).
Ik dacht dat het wel over zou gaan. Dat het gewoon stress was.
Maar ik was zó moe. Er ging geen dag voorbij zonder middagdutje. En toen het hoofd niet meer wilde volgen, en een paar weken coma bijna verleidelijk klonken, wist ik dat er iets niet oké was.
De echte eyeopener kwam na een gesprek met een collega. Een gesprek waar ik haar nog altijd ontzettend dankbaar voor ben.
De rugzak openmaken
Tijdens het intakegesprek met mijn psycholoog keek ik voor het eerst écht terug.
Ik hoorde mezelf alles opsommen en dacht: amai, mijn rugzak is goed gevuld.
Ik wist wel dat ik al wat watertjes had doorzwommen — ik was er tenslotte telkens zelf bij — maar alles zo op een rijtje horen, dat kwam binnen.
Ze sprak de woorden “traumatische stress” uit.
En plots vielen er zoveel puzzelstukjes op hun plaats. Haar uitleg was zo herkenbaar dat ik er emotioneel van werd. Eindelijk begreep ik waarom ik me voelde zoals ik me voelde.
Wat minder leuk klonk, was: “Het wordt een lang en intensief traject… maar het wordt beter.”

Mijn manieren van vluchten
Ik besef nu dat ik de laatste jaren vaak ben gaan vluchten. Niet uit lafheid, maar uit overleven. Ik heb momenten gehad dat ik vriendinnen op afstand hield — niet omdat ik ze niet graag zag, integendeel — maar omdat ik te moe was om me steeds op te laden om ‘mezelf’ te zijn.
Ik vluchtte in mijn werk, omdat ik weet dat ik dat goed doe en het graag doe. Een korte ‘high’ van elke geplaatste kandidaat.
Ik vluchtte in renovatieprojecten, omdat dat tastbaar resultaat gaf.
Ik vluchtte in sport, omdat ik me even beter voelde.
Maar stuk voor stuk waren dat maar tijdelijke oplapmiddeltjes.
Mijn trauma’s
Ik heb heel wat verlies gekend in mijn leven. Dat begon niet bij Kevin.
Afscheid nemen begon met het verlies van mijn grootouders — jaar na jaar, tot een volledige generatie wegviel. De enige overlevende grootvader, heeft me eerder in mijn jeugd al – letterlijk – in de steek gelaten. De herinneringen die ik aan hem had, zijn door mijn lichaam verdrongen.
Kort na het overlijden van Moeke scheurde ook mijn peter zich los. Volgens hem was ons Moeke de lijm die ons samenhield. Maar voor mij, voelde het alsof ik plots een hele familie verloor. Het was enkel nog ons gezin.
Daarbovenop kwamen het IVF-traject, de miskramen, zelfs het hoofdstuk van mijn vroegere carrière dat eindigde in een vechtscheiding en … meer, waarover ik niet kan schrijven. Allemaal stukjes van hetzelfde verhaal. MIJN verhaal.
Allemaal ervaringen die bijdroegen aan dat onveilige gevoel dat ik al zo lang met me meedraag.
Herstellen is geen rechte lijn
Herstellen is geen rechte lijn. Ik ben niet van dag één op dag twee genezen.
Maar ik weet nu waar ik aan kan werken — en vooral dat ik eraan kán werken.
Met de juiste begeleiding kan ik alles langzaam een plaats geven. En ja, ik heb angst gehad om me te laten helpen. Niet alleen omdat ik het liefst alles zelf wil kunnen, maar ook uit angst dat de verdrongen herinneringen zouden terugkomen.
Schrijven helpt me. Wegschrijven wat vastzit, geeft lucht.
Zingeving en herkenning zijn voor mij belangrijker dan ooit.
Ik leer om tijd te nemen voor dingen die me energie geven, en te stoppen met wat me energie kost.
Dat lijkt eenvoudig, maar het is een les die ik elke dag opnieuw moet oefenen.
Want ja, het liefst van al zou ik me in duizend bochten wringen om het iedereen naar de zin te maken — om graag gezien te zijn. Maar ik weet nu: dat kan gewoonweg niet.
Dus leer ik mezelf voorop te stellen. Ik maak tijd voor sport, voor dingen die me blij maken,
voor een gezonde levensstijl — wat werkt voor mij, en voor de kinderen.
Lichter hoofd
Langzaam merk ik dat het beter gaat. Mijn hoofd voelt weer wat lichter. De dutjes zijn er nog, maar minder. En dat geeft me hoop — hoop dat ik binnenkort een betere versie van mezelf mag zijn.
Gelukkig kan ik intussen ook open praten met mijn vriendinnen. Ik heb ze mijn verhaal kunnen doen en die gesprekken eindigden met begrip en een knuffel. Gelukkig kan ik op hun steun en vriendschap rekenen, en dat doet zoveel deugd. Ik ben dankbaar dat ik zo goed omringd ben door lieve mensen, mijn vrienden en familie maken een wereld van verschil. Wat zou ik toch maar zonder hun doen?!
Door alles heen heb ik ook beseft wie er ècht is —wie blijft, luistert, meeleeft — en wie een echte meerwaarde vormt in mijn leven.
Misschien is dat ook wat helen betekent: niet alles alleen leren dragen, maar durven toelaten dat anderen helpen tillen.

Je bent en blijft toch een lieve en sterke dame. Je hebt ook al zoveel hindernissen moeten nemen en met vallen en opstaan heb je het toch al bewonderenswaardig doorgemaakt. Niet altijd even vlot maar toch al moeilijke en grote stappen gezet. Je vecht voor je kinderen en natuurlijk voor jezelf en komt er telkens weer een stukje sterker uit.
Houd het vol en je sterke wil om er toch te komen en het goed te doen zal zeker overwinnen.
Hou je sterk, hou je taai en je komt er door.
Wij bewonderen je voor je moed en zwak zijn mag soms ook…